Albert Perikel

  

Voornaam:   Albert
Achternaam:   Perikel
Nationaliteit:  België
Geslacht:  
Werd:   76 jaar
Geboortedatum:   03-05-1913
Geboorteplaats:  Thiméon (Hainaut), België
Overleden  09-08-1989
Plaats van overlijden  Lobbes (Hainaut), België

slider image slider image slider image

Voornaam:   Albert
Achternaam:   Perikel
Nationaliteit:  België
Geslacht:  
Werd:   76 jaar
Geboortedatum:   03-05-1913
Overleden  09-08-1989
Plaats van overlijden  Lobbes (Hainaut), België

 

 Bevoegdheden

Professional 1935-1940 1946-1947





Uitslagen

Alle wedstrijden
Toon:

Ploegen



Memo(s)

Het is mij een genoegen hier enkele lijnen te brengen die voor de volgende generaties de naam van wielrenner Albert Perikel verder naar de legende en de onsterfelijkheid moeten dragen.

In 1973 kocht ik van deze Albert Perikel een racefiets Bertin waarmee ik er enkele jaren later in slaagde, als modale wielertoerist goede prestaties te leveren. Vooral had ik het voorrecht enige tijd, in speciën de pensioenen te mogen uitbetalen van een aantal stokoude mannen, supporters van wijlen Albert Perikel.

Meer dan de supporters en tifosi van alle gekende wielerkampioenen, waren de supporters van Albert Perikel de absolute top in hun specificiteit. Zij luisterden naar de voornamen Adhémar, Marius, Marcel, Edmond, Albert, Maurice... en waren arbeidersjongens uit Wallonië die in de crisisjaren rond 1930 niet de middelen hadden gekregen om hogere studies te voltooien, maar die door taalkennis, wiskundig vermogen, en schoonschrift, in een publiek examen zich in de toptien hadden geplaatst voor een goed betaalde plaats in een Brusselse parastatale instelling. Het toeval heeft gewild dat zij uit dezelfde streek kwamen, graag bier dronken en sedert hun jeugd aanbidders waren van de sterke Waalse wielrenners van toen uit het land van Maas (niet Maes) en Samber, en in het bijzonder van Louis Mottiat en Omer Taverne.

Zij kwamen op het idee, een uitstekend idee trouwens, van de Perikel's Club te stichten. Na de Orde van het Gulden Vlies, de Rotary Club, de Grote Loge, Sporting Anderlecht, kwam in dit land van verenigingsleven een clubje bij dat als humanitaire en sportieve oogmerken had, steun te brengen aan twee rennertjes Albert en Alexander Perikel, wezen zonder familie. Was niet zomaar lid van deze club wie dat wilde. Er was een streng ingangsexamen. Op kantoor moest men in staat zijn 60% te halen van de productie die de rekenkundige wonderboy Marius kon bereiken tijdens intrestberekening van spaarboekjes. In het stamcafé moest de kandidaat zeven pinten kunnen drinken in zes minuten.

In het maanlicht op het Brusselse Martelarenplein moest de aanstaande perikel bewijs leveren van ‘éloquence’. Gekleed in de verplichte kledij van een perikel en dat was zwart kostuum, wit hemd met groene stropdas, en zwarte hoge hoed, moest een perikel op weg naar, tijdens, of komende van iedere plaats er uitzien als een diplomaat of een minister. De perikel mocht niet dagelijks naar de hoofdstad komen, maar moest op kamers wonen in het Brussels uitgangskwartier, waar de onvermoeibare leden van de Club ' de mannen van de nacht waren'.

Tijdens alle activiteiten werd er geld ingezameld om renner Perikel te steunen. Zijn broer was ondertussen gestopt om het huishouden van de twee jongens te doen en valiesdrager te zijn, zodat Albert zich totaal kon toeleggen op de wielersport. Stilaan van zwoegbeest in kleine koersen, klauterde hij omhoog tot in het wiel der kampioenen. De kantoren van de Belgische Wielerbond waren op slechts een boogscheut, of een schot komende van een wegspringende kurk van champagne of geuze, en de vooraanstaande leden van de Perikel's Club zorgden regelmatig dat in de keuken van wielerbond een frisse bak bier stond.

Dit bracht faciliteiten aan Albert Perikel, meer en meer groeiend op zijn fiets tot een echte locomotief. De Waalse renner werd weldra geselecteerd in Belgische ploegen. Albert Perikel, van wie iedere selectie kritiek uitlokte, ontgoochelde echter in de buitenlandse koersen nooit, en zeker zijn supporters niet. Hij was ook zo'n beleefde, brave en werkzame jongen.

Het Perikelverhaal zou niet volledig zijn zonder de twee volgende episodes: 1. Het Criterium van Bosvoorde 1938 en 2. De Ronde van Frankrijk 1939.

Toelatingen waren bekomen, in het ernstige 'Le Soir' hadden meerdere aankondigingen gestaan over een extra-Tour-criterium dat zou worden betwist te Bosvoorde. Op de bewuste vooravond stond de politie gereed, stroomden enkele honderden toeschouwers toe, waren er: afsluitingen en publiciteitspanelen, 'Vertrek en Aankomst', bloemen en meisjes om kussen uit te delen, geen officials maar wel een aankomstrechter die Poeske Scherens heette, extra personeel in de nabije kroegen en kwamen de Burgemeester en de Schepenen. Een grote fanfare liep door de straten, terwijl trams en auto's stilstonden in een gigantische chaos.

Echte sensatie op het uur van de start: er was maar één enkele beroepsrenner aanwezig en die kwam er om het startschot te geven: Albert Perikel.
Toen verschenen plots in bonte rennerstenues op hun rammelende sportfietsen alle leden van de Perikels Club in gezelschap van de oude wielercrack Louis Mottiat. De koers liep op die dag niet voor renners, maar wel voor supporters, mannen die op de meest onwaarschijnlijke wijze waren uitgedost en van wie de afkeer voor hard benenwerk ruimschoots werd vergoed door hun liefde voor het bier. Nooit was er meer plezier op een koers dan op die dag.

De volgende ochtend stond trouwens de uitslag van dit criterium 'Premier Grand Prix Albert Perikel' niet alleen in Le Soir, maar ook in alle regionale kranten van Wallonië, met die Tourrenners die nooit koers reden.

Toen deze studentengrap, deze Thyl Uylenspiegel-farce, nog vers in het collectief geheugen was van het Brusselse wielermilieu, volgde iets wat eerst ook bekend werd als een nieuwe grap: de selectie van Albert Perikel voor de Tour de France 1939 in de ploeg België-B. Nu alles verjaard is, mag worden verklapt, dat in de weken die voorafgingen aan deze selectie van Albert Perikel, kostbare sigaren zijn verdwenen uit kistjes die stonden in het kantoor van de Directeur van de Spaarkas, havanna's die werden gestopt in het bovenzakje van kostuums van heren van de wielerbond, en dat er een kelner was die iedere dag een bak Chimay bracht naar het eerbiedwaardig gebouw op de Martelarenplaats, zetel van de BWB.

Een man uit het land van Chimay, maar met het Zuiders temperament van Pagnol, Marius, grote roerganger van de Perikels Club zorgde daarvoor.
Hij stond (zat ... na vele trappisten) en heeft toen gesproken, gezegd recht van op zijn stoel, dat alles kon met de nodige psychologische aanpak en dat de Perikels Club het ' Bleib Jung durch Freud ' zou gebruiken om Albert Perikel tot grote prestaties te brengen in de Grote Tour.

‘Blijf jong door fruit ...’ zo wilde hij het, geïnspireerd als hij was door Freud en Jung, boegbeelden uit de psychologie. De toepassing van dit was dat tijdens de Tour de France 1939, iedere avond een supporter van de Perikel's Club het hotel van de renners (Meulenberg, Disseaux, Vlaemynck, Perikel, Ritservelde,VanOverberghe,..) van het team B ging bezoeken en er een korf fruit bracht voor deze jongens en hun ploegleider, alsook een goede fles wijn voor de mekaniekers. Tijdens de rustperiodes tussen de vele halve ritten van deze Tour 1939 verschenen, al dan niet in vrouwelijk gezelschap, ook weer de supporters met hun troostende woorden, maar zeker ook met hun humor en hun raadgevingen. Dit hielp mee tot een prachtige vriendschappelijke sfeer, een ontspannende houding die zich ook liet ervaren tijdens de koers zelf. Weldra waren deze B-renners nog slechts met 5, maar zij overbluften iedereen door te Parijs de internationale ploegenrangschikking te winnen, en individueel te eindigen op plaatsen 3, 7, 9,10, en last but not least op 1u 26' 59", was er Albert Perikel 21-ste, die beter deed dan de 31 renners die opgaven, en beter dan de 28 die hij voorafging in de eindafrekening.

Toen kwam het krijgsrumoer een einde maken aan de pretmakerij van de Perikel's Club. De perikels , meestal als reserve-officieren, werden onder de wapens geroepen. Krijgsgevangenschap volgde . De wielrennerij zou nadien nooit meer zijn zoals in die jaren van voor de oorlog.

Wilfried Journée - Het Rijke Waalsche Wielerleven


Fotoalbum Albert Perikel

 


  Afbeelding toevoegen