Waar het nu dringen voor ploegen is in de Tour de France om te mogen deelnemen moest de organisatie vroeger soms leuren om deelnemers. De wielerwereld was vooral West Europa en nationale belangen prevaleerden. In de Tour van 1980 deden 12 ploegen mee. Andere teams hadden niet de interesse (vooral de Italiaanse ploegen) of het budget om mee te kunnen doen. Om het deelnemersveld uit te breiden deed er een combinatieploeg mee van Boston en Les Amis du Tour. Boston van ploegleider Robert Lauwers was een kleine Belgische ploeg. De sponsor deed in koelkasten en was nieuw in het peloton. Les Amis du Tour van ploegleider Robert Oubron was een bonte verzameling van Franse profrenners zonder sponsor die via de vakbond in gelegenheidsploeg konden rijden. Geen ploeg met echte toppers maar de mannen deden erg hun best. Ze grepen de kans aan op publiciteit want dit was de mogelijkheid om jezelf in een grotere ploeg te rijden. Philippe Tesniere reed in de eerste etappe een lange solo en was een uur lang in beeld op de TV. Jacques Osmont pakte meerdere ereplaatsen en reed lang met de rode lantaarn (soort ereplaats voor de laatste in het klassement). Jan Jonkers uit Oud Gastel kletste er een paar keer goed in en de grote mannen uit de Tour vroegen wie toch die kleine Boston man was die ze maar niet uit het wiel konden rijden. Ferdinand Julien was in Parijs de best geklasseerde renner uit de ploeg op de 23e plaats achter winnaar Joop Zoetemelk. Verder zagen we Durel, de Keyser, Jagsche, Vigneron, Vermeulen en Thevenard bijna dagelijks op TV zichzelf in de kijker rijden. Die drie weken waren het even grote coureurs, net als hun collega's Zoetemelk, Thevenet, Kuiper, Agostinho, de Muynck en Martin.

Velo Retro



Misschien ook interessant: