Grote revelatie van het seizoen 1956, waarin hij de beste van zijn categorie was doch ook uitblonk in Luik-Bastenaken-Luik, toen hij er de bewondering van wereldkampioen Stan Ockers verdiende.
Op het einde van een zwaar seizoen vertrok Kemplaire ook nog in de rittenkoers Omloop van het Westen. Hij reed er zich volledig leeg. Wat later kreeg hij een banale kinderziekte (kinkhoest). In plaats van drie maanden volledig te rusten, zoals de dokter adviseerde, ging hij te vroeg terug trainen, en dan nog met locomotief Jean Brankart. Kemplaire vond nooit meer een topconditie weer, ook niet nadat hij lange tijd in een kuuroord in de bergen doorbracht.Eens winnaar van vele koersen, werd hij door Peugeot (met teveel renners) niet meer ingezet op het gepaste moment.
Toen zijn vriend Brankart stopte, hield hij het ook voor bekeken, op amper 26 jaar.